“Altijd een kleine jongen”

Op bezoek bij Raymond Minnen

Ginderbuiten

Raymond Minnen vierde pas zijn 75ste verjaardag. Zelf zegt hij: “Op een of andere manier ben ik een kleine jongen gebleven.” Dat blijkt overduidelijk als hij ons rondleidt in zijn atelier en schier eindeloze rij tentoonstellingsruimtes en tuintjes vol beelden, installaties en collages aan Ginderbuiten 53 in Mol.

“Het zat er van jongs af aan in dat ik kunstenaar zou worden.  Toch ging ik studeren voor vertaler-tolk in Antwerpen. Twee jaar heb ik dat gedaan maar het was alsof het door de duivel geregeld was: de school lag in dezelfde straat als het Museum voor Schone Kunsten en de Wide White Space Gallery én ik zat op kot vlakbij Middelheim. Dus stapte ik over naar de academie, in Hasselt.” Beroepshalve werd Raymond leraar in de Technische school in Overpelt maar vooral was hij fulltime kunstenaar. Met succes. Een tentoonstelling in het museum voor moderne kunst in Oostende bracht hem in contact met Alain de Wasseige van de galerie 100 Titres in Brussel. Ook was hij regelmatig te gast in de Zwarte Panter in Antwerpen.  

Maat van Jef Geys

“Kunstenaars doen vaak of ze het warm water uitvinden. Dat is natuurlijk niet zo. Ze hebben leraars en werken in een traditie.” Zelf is hij een leerling van de vermaarde Jef Geys uit het naburige Balen, de man van het Kempens Informatieblad. In de tuin staat nog het vermolmde bankje waar hij en Jef samen de kunst en de wereld bespraken. De bank is afgespannen met een politielint, niemand anders mag er nu nog zitten. Ernaast staat een herinneringskastje met foto van hun twee op het bankje. “Jef zei ooit tegen mij: vrienden heb ik niet, maar gij zijt toch mijn maat.”

Neo dada

In welke traditie situeert hij zichzelf? “Neo dada. Iemand als Robert Rauschenberg, grondlegger van de Pop Art boeit me erg. Ik ben geen fan van hoe Pop Art zich later ontwikkelde: het draaide te veel uit op decoratie en geld. Te veel kapitalisme, te weinig inhoud. Dada klinkt grappig. Mijn kunst is speels en vrij. Iedereen kan het op zijn manier verstaan. Ge kunt er alle kanten mee uit. Zoals Jan Hoet zei: de kunstenaar geeft geen antwoorden, hij stelt vragen.”

Lenin

Lenin duikt vaak op in zijn werk. Niet uit adoratie voor de man, Raymond benadert hem met humor. In een afgietsel van een monumentale buste uit de DDR gaf hij Lenin een rode neus: is het een clown? Of is hij dronken? In een hoekje staat een reeks collages waar Raymond zelf met Lenin op avontuur trekt: naar Disneyland – iconische plek van het kapitalisme – en, net  als Kuifje, naar Afrika. We zien inheemse dansers bekroond met hamertjes en sikkels en hoe Lenin het ceremoniële zwaard van koning Boudewijn steelt uit de limousine tijdens diens bezoek aan Congo. Raymond haalt Lenin ook naar de Kempen: samen met socialistisch voorman Jef Sleeckx en schrijver Walter van den Broeck bespreken ze de legendarische staking van de Vieille Montagne waarover van den Broeck later het stuk ‘Groenten uit Balen’ schreef.

Waarom Lenin? “Ik was achttien in achtenzestig. Lenin was een denker en filosoof, hij dacht na over de wereld en wilde die beter maken. Maar wat is er uiteindelijk van terecht gekomen? Je kan hetzelfde zeggen over Christus. Diens leer: ongelooflijk. Het instituut dat er uit gekomen is, dat is iets heel anders.

Reliekschrijn voor Trump

Raymonds recente werk blijft doordrongen van dezelfde geest. Hij toont ons een reliekschrijn voor Trump. Opgebouwd en gedecoreerd naar katholiek traditie – maar met hedendaagse symbolen, zoals  Laurel en Hardy in de rouw. Binnenin: het bloedend oor van de president.

Ga kijken

Op 17 en 18 mei kan je het atelier en de tentoonstellingsruimten van Raymond bezoeken tijdens Atelier in beeld (samen met het patchwork van zijn vrouw, Maria Van Grieken).

Kunstkring Art Cum Laude uit Mol bereidt een overzichtstentoonstelling voor in “De Oude Alma” te Mol, opening voorzien voor 17 oktober 2025. Er komt ook een nieuw boek én een film.