Houtsnijders 1900-1940

Deze houtsnedes uit de privécollectie worden getoond op de tentoonstelling.

Désiré Acket (1905-1987)

Klapeien, houtsnede, s.d., 19×27 cm

Maurice Brocas (1892-1948)

Le puy (Velay), houtsnede, s.d., 24×18,5 cm

Jan Frans Cantré (1886-1936)

Vrouw uit het volk, houtsnede, s.d., 16×17,5 cm
Kop, houtsnede, s.d., 16×17,7 cm
Driekoningen, houtsnede, s.d., 25×27,6 cm

Jozef Cantré (1890-1957)

De heksenkeuken (uit Faust van Goethe), houtsnede, 1932, 16,5×21,5 cm
De boer die sterft, houtsnede, 1931, 14,5×18,6 cm
Ik ben uwe oren, houtsnede, 1931, 14,5×18,8 cm

Gustave De Smet (1877-1943)

Vrouw aan het venster, houtsnede, 1919, 21,4×23 cm
De maaier, houtsnede, 1919, 21×23 cm

Nelly Degouy (1910-1979)

Zomer, houtsnede, s.d., 16,7×23 cm
Appeloogst, houtsnede, s.d., 17,6×24,7 cm

Jos Hendrickx (1906-1971)

S.t., 1929, houtsnede, 21,8×35 cm

Antoon Herckenrath (1907-1977)

Zondagsboeren, houtsnede, s.d., 36×42 cm

Frans Masereel (1889-1972)

La prière, 1922, houtsnede, 20×27 cm

Joris Minne (1897-1972)

Het gehucht, houtsnede, 1929, 127×174 cm
Mendiant (bedelaar), houtsnede, 1931, 27,7×33,2 cm

Eduard Pellens (1872-1947)

S.t., houtsnede, s.d., 24,7×32,8 cm
S.t., houtsnede, s.d., 24,7×32,8 cm

Elza Severin (1913-1988)

S.t., houtsnede, 1933, 20×24,5 cm

Edgard Tytgat (1879-1957)

Zelfportret, houtsnede, 1927, 6,5×8,8 cm
Le reveil du printemps, houtsnede, 1928., 10×10 cm
La fortune de la Roulotte, houtsnede,1933, 20×15,3cm

Frits Van den Berghe (1883-1939)

Zonneschilder, houtsnede, 1919, 13,2×18,3 cm

Henri Van Straten (1892-1944)

Les émigrants, houtsnede, 1926, 24,8×28,2 cm
L’apprenti, houtsnede, 1937, 22,4×26,3 cm
La Tentation de Saint-Antoine, houtsnede, 1921, 12×20 cm
De kruisiging, houtsnede, 1926, 17×22,5 cm
Foorkraam, houtsnede, 1925, 17,3×24,6 cm